Reis september 2008 Gerard Sonneveld en Helma van Es

De tijd is aangebroken dat we met zijn tweeën op vakantie kunnen gaan. Wat is dan beter om dit op de motor te doen want dan genieten we beide van het rijden.

Schotland stond al lang op ons verlanglijstje en nu moest het er maar van komen ondanks de mogelijkheid van veel regen. Het echte vakantiegevoel voor ons is samen in een tentje ofwel het wordt kamperen. We besloten om via Wales naar Schotland te rijden. De ferry vanuit Duinkerken naar Dover en terug vanuit Newcastle naar IJmuiden. Na wat zoeken op het internet hebben we een camping gevonden in midden Schotland met allerlei voorzieningen waaronder een droogkamer voor de kleren. In het natte klimaat van Schotland geen overbodige luxe. Voor de overbruggingsetappes zouden we wel in een B&B overnachten.

Op 8 september was het dan zover, we vertrokken naar Duinkerken. De ferry was geboekt voor 12.00 uur dus moesten we toch wel om 8.00 uur wegrijden. Alle spullen op de motoren vastgezet en daar gingen we. De snelweg naar Duinkerken is bekend en saai. Op de ferry een paar leuke mensen ontmoet die ons weer enkele tips gaven om te zien in Schotland. Even wennen aan het links rijden maar op de Motorway merk je er weinig van. Net voor Bristol hebben we een B&B opgezocht en heerlijk uitgerust van de eerste dag met 550 kilometers.

’s Morgens was het regenachtig en na een goed Engels ontbijt toch maar vertrokken naar Wales. Door de regen waren de Breacon Beacans niet zo mooi maar je kunt er heerlijk rijden. Dwars door het hart van Wales naar Bala gereden aan de rand van Snowdonia National Parc. De camping lag vlak bij het meer en het dorp was op loopafstand. De tent opgezet en toch maar wat scheerlijnen bevestigd en dat was maar goed ook want ’s nachts heeft het flink gestormd en geregend. Wetende dat de tent dan goed staat is het lekker slapen met het getinkel van de regen op het tentdoek.

De volgende dag hadden we een ritje in Snowdonia National Parc gepland. Het weer was gelukkig opgeknapt en we hebben geen regen meer gezien die dag. In Wales zijn er niet zoveel grote wegen dus het was lekker sturen over de kleine bochtige wegen. Aan de kust hebben we  twee keer een tolbrug moeten nemen en die zijn voor motoren gratis. ’s Avonds een keer niet naar de pub om te eten dus lekker primitief zelf gekookt op één pitje.

Vandaag gaan we dan eindelijk naar Schotland. In Bala eerst even in een echte diner een ontbijt genuttigd waarmee we de hele dag vooruit konden. Via binnendoor wegen naar Liverpool gereden en dwars door het centrum gegaan. De Mercy onderdoor gegaan en ook die tunnel was gratis voor motoren. Even een stukje snelweg en bij het Lake District er weer vanaf om lekker dwars er doorheen te rijden. Dit is een hele mooie streek met veel natuur. Na het Lake District uitgereden te hebben is er dan eindelijk de grens van Schotland. Nog een klein stukje naar Lockerbee en dan houden we het voor gezien voor die dag. Midden in het centrum een pub gevonden waar we konden overnachten. De motoren konden in de garage staan ook al was deze niet afgesloten maar ze stonden tenminste droog.

’s Morgens was er een kleine verrassing dat onze bagage niet meer op de motor zat. Deze hadden ze uit voorzorg er vanaf gehaald en in het verwarmingshok gelegd, wat een goede zorgen. Alles weer op de motor geladen en richting Glasgow via de snelweg. Net voorbij 

Glasgow binnen door gaan rijden via Queen Elizabeth Forest Park. In een klein restaurantje langs de weg voor het eerst Scones gegeten, erg lekker. De weg vervolgt lang Loch Tay en een paar keer dezelfde motorrijder tegen gekomen. Bij The Queens View kwamen we die motorrijder weer tegen. Nu maar eens een praatje gemaakt en hij gaf aan dat hij de volgende dag naar Higland Games in Pitlochry zou gaan. Dit leek ons ook wel wat want dat was maar 10 kilometer van onze camping af. De camping in Blair Atholl was heel ruim en we kregen een mooie plaats aan de rand. We waren niet de enigste motorrijders want de BMW Owners club Scottish Section had er een weekend gepland.

 

De volgende dag was het nog regenachtig maar het regende niet meer, had het wel de hele nacht. Klein stukje gereden naar Pitlochry en bij het binnen komen van het dorp stonden de dorpsbewoners ons al op te wachten of niet want een hele stoet van doedelzakband kwam door de hoofdstraat richting het Highlands Games terrein. De Highland Games zijn veel meer dan alleen sterke mannen. Er wordt gefietst op een grasbaan, er is hardlopen, dansen, doedelzak spelen, verspringen en touwtrekken. Bijna de hele dag rond gelopen en onze ogen uitgekeken. Onze Duitse motorrijder weer tegen gekomen en het was een echte degelijke. Op het einde van de dag zijn we nog naar een whisky stokerij geweest en op het eind van de rondgang konden we proeven, lekker!!! We wilde nu wel iets anders eten dan de pizza van de avond er voor.

Gelukkig kwamen we in contact met de BMW club en Bob wilde ook juist gaan eten in de lokale pub. Deze pub was aan de achterzijde van een sjiek hotel gevestigd en dat hadden we zelf nooit gevonden. Een gezellige avond gehad met Bob en na het eten nog even op bezoek geweest bij de BMW club. Dit was een tam zooitje in vergelijking tot de Grensjagers. Ondanks dat probeerde we er toch iets van te maken maar we werden wreed verstoort door de nachtwaker van de camping, met de mededeling dat het al 23 uur geweest was. Het leken wel een stel kleine kinderen want iedereen ging direct naar de tent tot grote hilariteit van ons.

Thuis hadden we een ritje in de buurt uitgezet richting Balmoral Castle en via Aviemore terug naar de camping. De wegen zijn echt prachtig en, op een paar malloten op een motor na, heerlijk rustig. Een van die malloten had zich in een bocht vergist en had een motor afgeschreven, zelf lag hij in een ambulance. Bij Balmoral Castle enkele souvenirs gekocht en via hele kleine wegen verder naar het noorden gereden. Op het verste punt van de camping leek de Deauville in eens een Harley, wat bleek een bougie was eruit gelopen. Met wat telefonische ondersteuning de bougie weer vastgezet maar toch maar zo snel mogelijk naar de camping. Op de camping de motor deels gedemonteerd om de bougie er goed in te kunnen draaien. ’s Avonds weer lekker in de pub gegeten.

 

Als je in Schotland bent moet je naar Loch Ness dus wij ook. De weg naar Inverness was niet erg uitdagend maar die moesten we nemen omdat het toch ruim 400 km was naar Loch Ness. Aangekomen bij Loch Ness begint het te regenen en houd het niet meer op voor die dag. Dit was een beetje jammer. Het bezoekerscentrum is best leuk en je kunt daar Nessie zien. Langs het meer verder gereden naar Fort Augustus waar het Caladonia Canal in Loch Ness stroomt via een combinatie van 5 sluizen. De regen zorgde er voor dat we behoorlijk afkoelde op de terugreis naar de camping. Op de camping konden we onze kleren gelukkig in een droogkamer hangen zodat we de volgende dag in ieders geval met droge kleren konden vertrekken. Na een heerlijke douche is de kou weer vergeten. Onder een afdakje nog een wijntje gedronken want het bleef maar regenen. De stoelen onder het afdak laten staan zodat deze droog zouden blijven.

De terugreis was helaas alweer begonnen want we gingen richting Newcastle. Tot onze verbazing waren onze stoelen weg. Na wat vragen bleek iemand van de camping ze in bewaring genomen te hebben bij hem thuis, beetje vreemd. Hierdoor zijn we wat later vertrokken en helaas nog steeds in de regen. Bij een andere whisky stokerij wederom scones gegeten om een beetje bij te komen van de regen. Door enkele nieuwe wegen in Edinburgh was de Zumo de weg kwijt. We hebben toen maar een toer door Edinburgh gemaakt om uit eindelijk aan de kust uit te komen. In een hotel overnacht wat een kruising was tussen Fawlty Towers en Keeping up appearances. Lekker in bad om op te warmen want met regen merk je pas dat het half september is.

De laatste dag in Schotland was wederom een zonnige dag en dan is alles beter. Op advies van Bob zijn we naar Bamburgh Castle gereden en dit bezichtigd. Verder langs de kust gereden om in Newcastle uit te komen. Na een kleine wachttijd konden we de boot op. De motoren moesten we zelf vast zetten met 2 kleine spanbandjes. Het eten hadden we reeds besproken bij de boeking en dat zou om 7 uur zijn dus dachten we nog 2 uur te hebben als we vertrokken echter bij vertrek van de boot bleek de Nederlandse tijd te gelden en dat scheelde een uur dus was er nog maar een uurtje over. Het eten op de boot was heerlijk. Het waggelen van de boot maakte ons behoorlijk slaperig, met als resultaat dat we al om half tien lagen te slapen.

 

 

Bij stralend weer aangekomen in IJmuiden en gelukkig stonden de motoren nog recht overeind. We dachten een gemakkelijk ritje te hebben naar huis maar daar hadden we ons toch in vergist. Op de A2 tussen Amsterdam en Utrecht was het om 11 uur nog steeds file, WELKOM IN NEDERLAND. Door de bagage konden we niet tussen de file in rijden dus waren we nog laat thuis.

We hebben een heerlijke vakantie gehad en doen het zeker nog een keer.

Helma & Gerard